top of page
Search

Hats, caps and bonnets in Dutch


French headgear in the 19th century

Our Dutch language is rich in many beautiful expressions about hats and related headgear. We found the following proverbs, expressions and sayings about hats, caps and bonnets. Some are somewhat outdated or may be regional.


Proverbs, sayings and phrases containing the word hat


  • Een veer/pluim op de hoed steken (= give / receive a compliment)

  • Liever brood in de zak, dan een pluim op de hoed (= one cannot live on honor)

  • Van de hoed en de rand weten (= be fully informed)

  • Ergens zijn hoed voor afnemen (= stand in admiration)

  • Onder één hoedje spelen (= collude)

  • Onder een hoedje te vangen zijn (= be very quiet and meek)

  • Daar is geen maand maart zo goed of het sneeuwt wel op zijn hoed

  • Aprilletje zoet heeft/ geeft nog wel eens een witte hoed (Snow is still possible in April)

  • Sneeuwt april op onze hoed, dat is voor duiven en koren goed

  • Als de hemel naar beneden komt hebben we allemaal een blauwe hoed (= said after an unlikely argument)

  • Hij heeft een mus onder zijn hoed (= he never greets)

  • Zijn hoed zit altijd op zijn hoofd (= he never greets anyone)

  • Men moet zijn hoed niet afnemen, voor men gegroet wordt (= one should never interrupt another)

  • Die het grootste hoofd heeft moet de grootste hoed hebben (= those who are entitled to the largest share should also receive it)

  • Ben je boos, pluk een roos. Zet hem op je hoed, dan ben je morgen weer goed (get well wish)

  • Morele verontwaardiging is jaloezie met een hoge hoed op

  • Met de hoed in de hand komt men door het ganse land (maar met je pet op je test kom je er ook best) (= you can achieve a lot with politeness)

  • Een konijn uit de (hoge) hoed toveren (= unexpectedly come up with a surprising idea)

  • Iets uit zijn hoed toveren. (= come up with it unexpectedly come up with a surprising idea)

  • Zijn hoed staat op halfzeven (= he is drunk)

  • Onder zijn hoede nemen (= take care of someone)

  • Zich een hoedje schrikken (= he was very shocked)

  • zich een hoedje lachen (= laugh hard)

  • Waar ik mijn hoed neerleg, is mijn thuis (= feel good)

  • Het schort hem in de teen waar de boeren de hoed op dragen. (= he is out of his mind)

  • Hoed af voor het verleden, jas uit voor de toekomst (= tackle!)


Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen met het woord pet


  • Petje af /voor iemand zijn pet afnemen (= show respect / admiration)

  • Geen hoge pet van op hebben /Ergens geen hoge pet van op hebben (= I do not have high expectations of that, do not think highly of it)

  • Er met de pet naar gooien (= don't really bother for anything)

  • Dat gaat mijn pet te boven/boven mijn pet (= I do not understand that)

  • Iets onder de pet houden (= do not disclose)

  • Er met zijn pet niet bij kunnen (= not being able to understand it)

  • Gooi het maar in je pet (= nothing comes of it)

  • Dat is huilen met de pet op (= disappointing result)

  • Dat is pet (= that's worthless)

  • Het is knudde met de pet op (= worthless)

  • Het is naadje pet (= it doesn't look like anything)

  • Met de pet rondgaan (= collect money)

  • Met de hoed in de hand komt men door het ganse land, maar met je pet op je test kom je er ook best (= you can achieve a lot with politeness)

  • Daar valt mijn pet van af (= I am very surprised about that)

  • Als je je pet er tegenaan gooit dan blijft hij hangen (= poorly painted surface)

  • Hij doet het langs de klep van de pet (= he does it without giving it any further thought)

  • Jan met de pet (= a simple person, someone of simple origin)

  • Jan Pet en Piet Boezeroen (= the labourers)

Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen met het woord muts


  • De muts staat hem niet goed. (= being out of his temper)

  • De muts staat hem verkeerd/ scheef (= he is in a bad mood)

  • Goed/ slecht gemutst zijn (= being in a good / bad mood)

  • Hij zet de muts opzij (= he's in a good mood)

  • Zij is een muts (= she is a stupid woman)

  • Het scheelt hem onder de muts (= he is not normal)

  • Hij is zo zot nog niet als zijn muts staat (= he is smarter than he appears at first glance)

  • (Het staat) zo vast als een muts met zeven keelbanden (= very firm)

  • Een veer op zijn muts steken (= give / receive a compliment)

  • Hij draagt zijn muts op drie haartjes (he is quite dissolute)

  • Een slaapmutsje nemen (= a drink before going to sleep)

  • Met de muts naar iets gooien (= not taking care of anything / making a move, guessing)

  • Er is geen smijten met de muts naar (= you can't guess)

  • Iemand een muts passen (= hold someone to account)


Diversen


  • Dat zijn twee hoofden onder één kaproen (= they are in complete agreement)

  • Twee zotten onder één kaproen (= a fool is rarely alone)

  • Kachelpijp (= joking name for a top hat)



Compiled by Jopie Boersma

December 31, 2020

3 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page